:

Wat is positieve versterking?

popularafragor.com

Inhoudsopgave:

  1. Wat is positieve versterking?
  2. Wat is een negatieve straf?
  3. Wat zijn Operante technieken?
  4. Wat is de wet van het effect?
  5. Wat is operante conditionering voorbeelden?
  6. Hoe stimuleer je positief gedrag?

Wat is positieve versterking?

Een positieve versterker is iets wat je graag vaker wil in de toekomst, en een negatieve versterker is iets wat je wil vermijden in de toekomst. Je kan gedrag alleen (negatief of positief) versterken wanneer het gedrag aanwezig is, ofwel: je kan gedrag niet (negatief of positief) versterken als het niet aanwezig is.

Wat is een negatieve straf?

Een negatieve straf is het afnemen van iets wat voor de persoon prettig is. Dit is bijvoorbeeld het afnemen van zakgeld of een kind een time-out geven. In de praktijk blijkt straf niet zo effectief als men zou willen.

Wat zijn Operante technieken?

Bij operante conditionering wordt de kans op een bepaald gedrag in een bepaalde context vergroot door de daaropvolgend bekrachtigende gebeurtenis of prikkel. Dit gedrag is in tegenstelling tot reflexmatige reacties die door een stimulus worden uitgelokt, spontaan van aard. Dit gedrag wordt ook wel operant genoemd.

Wat is de wet van het effect?

Edward Lee Thorndike () beschreef als eerste het fenomeen dat nu bekend staat als operante conditionering. Hij noemde het de 'wet van het effect'. Dit houdt in dat gedrag (een respons) in frequentie zal toenemen als het gevolgd wordt door een prettige gebeurtenis voor het organisme.

Wat is operante conditionering voorbeelden?

Bij vrij-operant conditioneren is het paard vrij te doen wat het wil. (McGreevy 2004) Een (vervelend) voorbeeld hiervan is, dat een paard bij het schrapen van zijn hoeven voer krijgt. Het paard denkt dat het schrapen beloond wordt en zal dit het gedrag van hoeven schrapen vaker laten zien.

Hoe stimuleer je positief gedrag?

Tips voor positief stimuleren:
  1. Reageer snel en vaak op het gedrag van je kind. ...
  2. Toon je interesse in wat je kind doet. ...
  3. Reageer enthousiast op dingen die je kind doet of zegt. ...
  4. Help je kind als je merkt dat hij ergens moeite mee heeft, maar doe het niet meteen zelf voor.