Wat is het synoniem van relaties?
popularafragor.com
Inhoudsopgave:
- Wat is het synoniem van relaties?
- Wat is een synoniem van onderzocht?
- Wat is het synoniem van versnellen?
- Wat is een ander woord voor afmaken?
- Hoe noem je een seksloze relatie?
- Wat is een ander woord voor lekkernij?
- Wat is bespoedigen?
- Wat is afmaken?
- Wat is een synoniem van normaal?
Wat is het synoniem van relaties?
relatie (zn): band, liaison, liefdesbetrekking, liefdesgeschiedenis, liefdesverhouding, romance.
relatie (zn): contact, gemeenschap, intimiteit, samenhang, verband, verbinding, verbintenis.
Wat is een synoniem van onderzocht?
(
onderzocht), nagaan, nasporen.
Wat is het synoniem van versnellen?
opdrijven, opvijzelen, verhogen, vermeerderen,
versnellen. in Charivarius' Een Ander Woord (1945): bespoedigen: verhaasten,
versnellen, bevorderen.
Wat is een ander woord voor afmaken?
afronden (ww): afbouwen, afkrijgen,
afmaken, afwerken, afwikkelen, beëindigen, completeren, de laatste hand leggen aan, eindigen, finishen, klaarkrijgen, vervolmaken, voleinden, voleindigen, voltooien, volvoeren. afronden (ww): rond maken.
Hoe noem je een seksloze relatie?
Deze partners ontwikkelen een modus vivendi waarbij seks geen rol meer speelt. Ze zien elkaar graag en de
relatie is te mooi om los te laten. Veel
seksloze koppels zijn niet gefrustreerd over de (onvoorziene) afwezigheid van seks in hun leven.
Wat is een ander woord voor lekkernij?
lekkernij (zn): snoepgoed, snoepje.
lekkernij (zn): delicatesse.
Wat is bespoedigen?
bespoedigen - Werkwoord 1. (ov) een proces of ontwikkeling versnellen, sneller tot het eind brengen ♢ Wanneer de gevraagde stukken bij de aanvang van de controle aanwezig zijn,
bespoedigt dit de gang van zaken.
Wat is afmaken?
afmaken - regelmatig werkwoord uitspraak: af-ma-ken 1. ervoor zorgen dat het klaar is ♢ Tina heeft de oefening
afgemaakt 2. een mens of een dier dood maken ♢ de zieke koe werd
afgemaakt ...
Wat is een synoniem van normaal?
als trefwoord met bijbehorende
synoniemen:
normaal (bn): doorsnee, doorgaans, gangbaar, gebruikelijk, gemiddeld, gewoon, gewoonlijk, in de regel, in orde, normaliter, regelmatig, standaard.